Meteen naar de inhoud

Universiteit Utrecht werkt toch samen met oliebedrijf, ondanks ‘noodtoestand’

2 september 2024 – Hoger Onderwijs Persbureau (Olmo Linthorst)

Dit artikel verscheen in verschillende universiteitsblaadjes, wij leverden inhoud voor dit artikel aan de journalist op basis van ons onderzoek.

– Advalvas (Vrije Universiteit Amsterdam): https://lnkd.in/e_4_nfjz
– Utoday (University of Twente): https://lnkd.in/exdgQrjc
– Punt (Avans Hogeschool): https://lnkd.in/eyUHPP_X
– Delta (TU Delft): https://lnkd.in/eHiS7Qxw

De Universiteit Utrecht wilde niet meer samenwerken met de fossiele industrie. Toch doet een Utrechtse hoogleraar dat weer. Dat leidt tot gefronste wenkbrauwen: legt de universiteit de eigen regels naast zich neer?

Na allerlei studentenprotesten en gespreksgroepjes nam de Universiteit Utrecht in juli 2023 een radicale beslissing: ze zou geen banden meer aangaan met fossiele bedrijven. Tenzij die “intensief en aantoonbaar” bijdragen aan de energietransitie, in lijn met de klimaatdoelen uit het verdrag van Parijs, schreef de universiteit vorig jaar in een verklaring.

1,5 miljoen steun van BP

Maar volgens een interne nieuwsbrief van de universiteit betaalt oliebedrijf BP zo’n 1,5 miljoen euro voor onderzoek van hoogleraar katalyse en materialen voor duurzame energie Petra de Jongh.

Dat levert een probleem op: om de Parijsdoelen te halen moeten olie- en gasbedrijven de komende jaren minder fossiele energie uit de grond halen en BP wil juist méér. De plannen van het bedrijf zijn daarom niet in lijn met de Parijsdoelen om onder de 1,5 graden opwarming te blijven, oordeelt de gezaghebbende klimaatdenktank Carbon Tracker.

Is de universiteit alsnog gezwicht voor het grote geld? Absoluut niet, zegt een woordvoerder: het onderzoeksproject zat al in de pijplijn; het eerste geld is zelfs al eind 2023 overgemaakt. “Het duurt soms maanden tot enkele jaren voordat een onderzoek eenmaal daadwerkelijk start.” De interne nieuwsbrief van afgelopen juli, waarin de bijdrage van BP werd gemeld, verspreidde simpelweg oud nieuws.

Oud nieuws

Dat zegt ook hoogleraar Petra de Jongh. De bijdrage van BP is volgens haar geen nieuws. “Het project draait al en we hebben er in februari nog verantwoording over afgelegd op de website van de universiteit.” De UU heeft een overzicht van samenwerkingen gepubliceerd.

Het project draagt bovendien bij aan de energietransitie, stelt De Jongh. Ze wil namelijk uitzoeken hoe je huisafval omzet in brandstoffen voor de industrie, luchtvaart of zware transporten. “We moeten natuurlijk elektrificeren wat we kunnen, maar waar we nog vloeibare brandstoffen nodig hebben, moeten we die zo snel mogelijk circulair maken”, aldus de hoogleraar.

Ergens in 2022 al, zegt ze, had ze mondelinge overeenstemming met BP om dit onderzoek te financieren. Toen groeide ook het protest tegen de samenwerking met fossiele bedrijven. Universiteiten werden bezet, ook die van Utrecht. In die context moest de universiteit beslissen over de samenwerking van De Jongh met BP.

“Overtuigend”

De Universiteit Utrecht zegt in een reactie dat het onderzoeksproject “potentieel een grote impact kan hebben op de energietransitie”. Het bestuur vindt de keuze voor BP “overtuigend”.

De Jongh: “BP hoort qua klimaat tot de top-vier van grote oliebedrijven. Het bedrijf doet grote investeringen in duurzame energie. Dit is een bedrijf waarmee we samen kunnen werken.”

Kritiek

En die Parijsdoelen dan? Van de grote olieconcerns mag BP de meest vooruitstrevende zijn, zoals ook Carbon Tracker constateert, maar toch draagt het beleid van BP niet bij aan het behalen van de klimaatdoelen. Daarom deden bijvoorbeeld de pensioenfondsen ABP en PFZW de afgelopen twee jaar hun BP-aandelen van de hand.

“Het lijkt erop dat de universiteit de Parijsdoelen niet heeft meegenomen in het beoordelen van deze samenwerking”, constateert Linda Knoester van Solid Sustainability Research, een Leids onderzoeksbureau dat de invloed van de fossiele industrie op wetenschap en onderwijs onderzoekt.

En dat terwijl de universiteit zelf schrijft dat er sprake is van een klimaatcrisis – een noodtoestand zelfs. Een systeemverandering is dus hard nodig, merkt Knoester op. “Het IPCC stelt vast dat snelle en verreikende transities nodig zijn voor een leefbare toekomst. Maar onderzoek naar vloeibare brandstoffen sluit goed aan bij de belangen van de olie-industrie en houdt deze juist in stand.”